| 						
							 
								
								
							 
							
								zondag 31 maart 2024
								 om 10:00 uur
							
							ochtenddienst 
							Voorganger(s): Ds. B. Brunt 
							
							
							Organist: John 		
									
							Liturgie voor de dienst op Eerste Paasdag  
Op 31 maart 2024 om 10.00 uur 
in de Hervormde Gemeente te Aarlanderveen 
 
Christus als hovenier 
Zij dacht dat het de hovenier (de tuinman) was. (Joh.20:15) 
 
Eén Rembrandt kende als kind ik goed: 
de Christus met de hoge hoed 
wandelend in de ochtendstond. 
En, naar erbij geschreven stond: 
Hij was een hovenier. 
 
En nòg laat ik mijn tranen gaan 
als in de gaarde ik Hem zie staan, 
en  - wat terzijde - in stille schrik 
die éne, zij die dacht als ik: 
Het was de hovenier. 
 
O kinderdroom van groen en goud  
géén die ontnam wat ik behoud. 
De laatste hoven naderen schier 
en ijler wordt de ochtend hier. 
 
Hij ís de hovenier. 
                                                    Ida Gerhardt 
 
Welkom 
 
Zingen Gezang 221: 1, 2 
 
Wees gegroet, gij eersteling der dagen, 
morgen der verrijzenis, 
bij wiens licht de macht der hel verslagen 
en de dood vernietigd is! 
Here Jezus, trooster aller smarten, 
zon der wereld, schijn in onze harten, 
deel ons zelf de voorsmaak mee 
van der zaal'gen sabbatsvree! 
 
Op uw woord, o Leven van ons leven, 
werpen wij het doodskleed af! 
Door de kracht uws Geestes uitgedreven, 
treden w' uit ons zondengraf. 
Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven, 
in uw kruisdood meegekruisigd sterven, 
en herboren ‑ opgestaan, 
achter U ten hemel gaan! 
 
Stil gebed, Bemoediging en Groet 
 
Aansteken van de paaskaars met gedicht  
(door Jesse, Ruben, Milan en Luca) 
 
Jezus, ik wil U bedanken 
voor wat U voor ons hebt gedaan 
Omdat U voor ons bent gestorven 
maar ook weer bent opgestaan 
 
U werd geschopt en geslagen 
ze lachten en scholden U uit 
en zelfs door uw vrienden verlaten 
hing U voor ons aan het kruis 
 
U hebt de zonden gedragen 
en ook alle pijn en verdriet 
dat U zoveel van ons kon houden 
nee, Heer, dat begrijp ik niet 
 
Aanvangstekst 1 Petrus 1 : 3 
Nee … we begrijpen het niet, maar we geloven het wel en daarom belijden we met Petrus mee: “Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Chrstus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop.” 
 
Zingen Psalm 118 : 6 en 9 
 
Des Heren hand is hoog verheven, 
des Heren rechterhand is sterk. 
Ik zal niet sterven, ik zal leven 
en zingen van des Heren werk. 
De Heer heeft mij wel zwaar geslagen, 
maar niet verlaten in mijn nood, 
en zijn genadig welbehagen 
gaf mij niet over aan de dood. 
 
Dit is de dag, die God deed rijzen, 
juicht nu met ons en weest verblijd. 
O God, geef thans uw gunstbewijzen, 
geef thans het heil door ons verbeid. 
Gezegend zij de grote koning 
die tot ons komt in 's Heren naam. 
Wij zeegnen u uit 's Heren woning, 
wij zegenen u al tezaam. 
 
Het liefdegebod 
Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad; blijft in mijn liefde.  Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.  Dit heb Ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde. Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u heb liefgehad.  Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. 
 
Zingen  Gezang 218: 1 en 8 
 
Ik zeg het allen, dat Hij leeft, 
dat Hij is opgestaan, 
dat met zijn Geest Hij ons omgeeft 
waar wij ook staan of gaan. 
 
't Is feest, omdat Hij bij ons is, 
de Heer die eeuwig leeft 
en die in zijn verrijzenis 
alles herschapen heeft. 
 
Gebed 
 
Zingen   Psalm 21 : 7 
 
Verhef U in uw kracht, o Heer, 
toon uw geducht vermogen 
aan sterfelijke ogen. 
Wij willen zingen tot uw eer, 
willen uw wondermacht 
lofzingen dag en nacht. 
 
Bijbellezing: Johannes 20 : 1 – 10 
(door Niels en Maarten) 
 
1 Na de sabbat, op zondagochtend, ging Maria uit Magdala naar het graf. Het was heel vroeg in de ochtend, het was nog donker. Toen ze bij het graf kwam, zag ze dat de steen voor het graf weggehaald was. 
2 Maria rende weg, naar Simon Petrus en de leerling van wie Jezus veel hield. Ze zei tegen hen: ‘De Heer is weggehaald uit het graf! En ik weet niet waar hij naartoe gebracht is.’ 3 Meteen gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf, 4 ze renden erheen. De andere leerling liep sneller dan Petrus, en was het eerst bij het graf. 5 Hij keek naar binnen en zag de doeken liggen. Maar hij ging het graf niet in. 
6 Kort daarna kwam ook Simon Petrus bij het graf. Hij ging wel naar binnen. Hij zag de doeken liggen, 7 ook de doek die om het hoofd van Jezus gezeten had. Die lag niet bij de andere doeken, maar apart, netjes opgerold. 
8 De andere leerling ging nu ook het graf in. Toen hij de doeken daar zo zag liggen, geloofde hij dat Jezus was opgestaan. 9 In de heilige boeken stond al dat Jezus moest opstaan uit de dood. Maar dat hadden de leerlingen nog niet begrepen. 
10 Toen gingen Petrus en de andere leerling terug naar huis. 
 
Zingen ‘Petrus’ (het projectlied uit het 40 dagen project van de zondagsschool) 
https://www.bijbelbasics.nl/app/uploads/2023/12/5f9ca762-34e1-4f71-affc-f0da97652809.mp4 
 
Bijbellezing: Johannes 20 : 11 – 18 
(door Daniël en Marenthe) 
 
11 Maria bleef huilend bij het graf staan. En terwijl ze huilde, keek ze naar binnen in het graf. 12 Daar zag ze twee engelen in witte kleren. De engelen zaten op de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had. De één zat aan het hoofdeind, de ander aan het voeteneind. 13 De engelen vroegen haar: ‘Waarom huil je?’ Maria zei: ‘Mijn Heer is weggehaald uit het graf. En ik weet niet waar hij naartoe gebracht is.’ 
14 Toen ze dat gezegd had, draaide ze zich om. Ze zag iemand staan. Het was Jezus, maar Maria wist niet dat hij het was. 15 Jezus vroeg aan haar: ‘Waarom huil je? Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was, en zei: ‘Meneer, hebt u soms mijn Heer uit het graf weggehaald? Vertel me dan waar u hem naartoe gebracht hebt! Dan kan ik hem meenemen.’ 
16 Jezus zei tegen haar: ‘Maria.’ Maria ging naar hem toe en zei: ‘Rabboeni!’ Dat is Hebreeuws en het betekent: meester. 17 Maar Jezus zei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moet omhooggaan naar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’ 
18 Toen ging Maria uit Magdala naar de leerlingen. Ze zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat Jezus tegen haar gezegd had. 
 
De kinderen zingen ‘De steen is weg’ 
https://www.youtube.com/watch?v=Ov-GVIbQBuI 
 
Verkondiging “Jezus roept jouw naam!” 
 
Zingen   Gezang 215: 1 en 2 
 
Christus, onze Heer, verrees, 
halleluja! 
Heil'ge dag na angst en vrees, 
halleluja! 
Die ten dode ging aan 't kruis 
halleluja, 
bracht ons in Gods vrijheid thuis, 
halleluja! 
 
Maar zijn lijden en zijn strijd, 
halleluja, 
heeft verzoening ons bereid, 
halleluja! 
Nu is Hij der heem'len Heer, 
halleluja! 
Eng'len juub'len Hem ter eer, 
halleluja! 
 
Dankzegging en Voorbeden 
 
Collecten 
 
Zingen Lied 132 Evangelische Liedbundel 
 
U zij de glorie, opgestane Heer! 
U zij de victorie, nu en immermeer. 
Uit een blinkend stromen daald' een engel af, 
Heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. 
U zij de glorie, opgestane Heer! 
U zij de victorie, nu en immermeer. 
 
Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer! 
Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer. 
Weest dan volk des Heren, blijd' en welgezind, 
en zegt telkenkere; Christus overwint! 
U zij de glorie, opgestane Heer! 
U zij de victorie, nu en immermeer. 
 
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, 
Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft? 
In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot, 
Niets heb ik te vrezen in leven en dood. 
U zij de glorie, opgestane Heer! 
U zij de victorie, nu en immermeer. 
 
Wegzending en Zegen. 
 
 
 
  
							 |